De anatomielessen tijdens mijn studie kan ik me nog goed herinneren. Het was in het najaar van 1998, dat ik voor het eerst alle Latijnse namen uit mijn hoofd probeerde te leren. Onze anatomie docent probeerde met een echt menselijke schedel en kaken in zijn handen én met sheets met afbeeldingen op een overhead-project ons duidelijk te maken waar alle botstructuren spieren, zenuwen, bloedvaten en speekselklieren verborgen zaten.
Het bezoek aan het anatomisch museum van de Radboud Universiteit vond ik interessant. Al die schedels en lichaamsdelen met rare vergroeiingen en exotische dieren op sterk water maakte indruk. Dat was 3D in onze tijd.
Tegenwoordig kunnen studenten door middel van computer animaties en virtual reality door een menselijk lichaam ‘reizen’ en op die manier alle anatomische structuren leren. Deze technologische voortuitgang en wetenschappelijk onderzoek naar kanker heeft er voor gezorgd, dat de anatomieboeken herschreven moeten worden. Door toeval ontdekten Amsterdamse wetenschappers een nieuwe speekselklier bij kankerpatiënten die werden onderzocht met een geavanceerde scantechniek.[1]
Nieuwe speekselklier
Tot nu toe werd gedacht, dat de mens drie grote speekselklieren had, namelijk de glandula parotis, submandibularis en sublingualis. Maar er is een nieuwe speekselklier ontdekt, de zogenaamde tubarialis speekselklier.[1,2]
Deze bilaterale speekselklier is vier centimeter groot en bevindt zich achter de uvula (huig) bovenin de nasopharynx en rond de opening van de buis van Eustachius. De naam tubarialis verwijst naar de buis van Eustachius. Dat is de plaats waar deze nieuwe speekselklier uitmondt.[1]
De holte waarin de tubarialis speekselklieren zich bevinden, is verbonden met de mondholte, waarin vermoedelijk het in de tubaria geproduceerde vocht van achteren de mond in komt en hierdoor bijdraagt aan het speeksel.[1,2]
De tubaria zijn waarschijnlijk niet eerder ontdekt, omdat ze zich op een moeilijk toegankelijke anatomisch gebied onder de schedelbasis bevinden. Dat is een gebied dat kan alleen worden gevisualiseerd met behulp van nasale endoscopie.[2]

Belangrijk voor mondzorgprofessionals
Maar waarom is deze ontdekking nu belangrijk voor ons als mondzorgprofessionals ? De klinische relevantie heeft te maken met de zogenaamde ‘organs at risks’ (OAR) bij de bestraling van hoofd-hals-tumoren. De drie bekende speekselklieren werden beschouwd als OAR’s en werden tijdens de bestraling zoveel mogelijk gespaard ter preventie van functieverlies van de speekselklieren.[2]
Functieverlies leidt tot verminderde speekselvloed en uiteindelijk tot een droge mond en slikproblemen. Tevens ervaren deze patiënten beperkingen in de voedselopname, spijsvertering, spraakproblemen en verhoogd risico op cariës en orale infecties en deze gevolgen hebben impact op hun kwaliteit van leven.[2]
Echter werd tot nu toe het achterste gebied in de nasopharynx met hierin tubaria nog niet geïdentificeerd als ‘risico-gebied’ en hierdoor nog niet gespaard tijdens de radiotherapie, met alle eventuele gevolgen van dien. Door het analyseren van Groningse retrospectieve wetenschappelijke data werd er een verband gevonden tussen een hoge dosis straling in het gebied van de tubarialis klieren en meer slikklachten.[1,2]
Uit toekomstig onderzoek moet blijken of behandelingen met een aanpassing van het bestraalde gebied uiteindelijk voor minder van deze (orale) bijwerkingen zal zorgen. De tijd zal het leren. Op dit moment mogen we trots zijn dat Nederlandse onderzoekers deze ontdekking hebben gedaan en deze speekselklieren in de anatomieboeken worden opgenomen.
Lees ook: Feit of Fabel – Elk kind kost een tand
Bronnen
1.Voormolen S. Ineens hebben we er een paar speekselklieren bij. NRC Handelsblad. Geraadpleegd op 22 oktober 2020. [https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/16/ineens-hebben-we-er-een-paar-speekselklieren-bij-a4016315]
2.Valstar MH, de Bakker BS, Steenbakkers RJHM, et al. The tubarial salivary glands: A potential new organ at risk for radiotherapy. Radiother Oncol. 2020:S0167-8140(20)30809-4. doi: 10.1016/j.radonc.2020.09.034.