In Blog, Oralevidence

In een nieuwsbericht van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) wordt aangegeven, dat de kansen op een gezond leven in Nederland ongelijk verdeeld is. Nederlanders met een lage sociaaleconomische status (SES) leven 7 jaar korter en voelen zich maar liefst 15 jaar minder gezond in vergelijking met mensen met een hoge SES.[1]

Sociaal economische status wordt bepaald op basis van opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt. Het verband tussen SES en (gezonde) levensverwachting vertoont een opbouw, want met elk stapje hoger op de maatschappelijke ladder wordt de kans op een goede gezondheid groter.[2] Ook is de kans op gezondheid ‘geografisch’ ongelijk verdeeld, want mensen in achterstandswijken -of gebieden, zijn gemiddeld slechter af dan de rest van Nederland.[3]

Uit het rapport ‘Een eerlijk kans op een gezond leven’ blijkt, dat onder andere chronische stress, angst of depressie bij mensen met een lage SES meer voorkomt dan bij mensen met een hoge SES.[3]

Maatschappelijke onderliggende oorzaken van gezondheidsachterstanden, zoals sociale onzekerheid, leefomstandigheden, kennis, vaardigheden en sociaal netwerk zijn het meest van invloed op de ervaren én mentale gezondheid. De kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidzorg speelt een minder grotere rol in het ervaren van gezondheid.[3]

Bron: Gezondheidsachterstanden in getallen – Raad Volksgezondheid & Samenleving (2021)

Sociaaleconomische ongelijkheden en mondgezondheid

Wereldwijd hebben sociaaleconomische ongelijkheden een negatieve invloed op de mondgezondheid. Daarbij hebben bepaalde groepen in de samenleving, zoals kinderen uit een lage SES, ouderen en migranten een slechtere toegang tot tandheelkundige zorg.[4]

In de Nederlandse mondzorg is er ook sprake van sociaaleconomische verschillen. Uit longitudinaal onderzoek in Den Bosch bleek, dat volwassenen met een lage SES meer door cariës aangedane gebitselementen hadden en een grotere parodontale behandelbehoefte. Echter lieten zij zich minder vaak behandelen in vergelijking met volwassenen met een hoge SES.[5] Ook hebben kinderen uit lage SES gezinnen en jonge migranten meer cariës ervaring dan kinderen uit een hoog SES gezin.[6]

Niet alleen sociaaleconomische verschillen zijn van invloed op de (mond)gezondheid, maar ook een gezonde leefomgeving is essentieel om gezond te kunnen leven. De fysieke inrichting en sociale structuren moet mensen stimuleren om te bewegen, gezonde keuzes te maken, te ontspannen of elkaar te ontmoeten. De fysieke en sociale leefomgeving draagt dus bij aan het verminderen van lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen. Mensen met een lage SES wonen en werken vaker in een ongezondere omgeving.[7]

Toegang tot mondzorg

Door de ongelijke sociaaleconomische toegang tot de mondzorg gaan in ‘mondzorg-land’ steeds vaker geluiden op, dat de vergoeding van de mondzorg weer terug moet in het basispakket van de zorgverzekering. Het is de vraag of deze interventie alleen afdoende is, want het probleem van sociaaleconomische (mond)gezondheidsverschillen is complexer.

Dit probleem vraagt om een integrale aanpak met aandacht voor de interacties tussen verschillende factoren, zoals ongelijkheid in onderwijs, arbeidsmarkt, sociale zekerheid, leefomgeving, gezondheid en sociale relaties.[8] Dit is een complexe interactie waar iedereen deel van uit maakt.

Wat jij kan doen

Mondgezondheidsverschillen worden niet alleen verkleind door een betere vergoeding of door preventieve adviezen in de behandelkamer. Maar juist ook buiten de behandelkamer én in de wijk waar de praktijk gevestigd is.

Dus trek de stoute (wandel)schoenen aan en kijk waar jij als zorgprofessional sociaaleconomische gezondheidsverschillen kan aanpakken in jouw werk- en leefomgeving.

Lees ook: Vega(n) en mondgezondheid

Bronnen

1.Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Vrijblijvendheid aanpak gezondheidsachterstanden moet van tafel, 7 april 2021. [https://www.raadrvs.nl/actueel/nieuws/2021/04/7/vrijblijvendheid-aanpak-gezondheidsachterstanden-moet-van-tafel]
2.Pharos. Sociaaleconomische Gezondheidsverschillen (SEGV), juli 2019. [https://www.pharos.nl/factsheets/sociaaleconomische-gezondheidsverschillen-segv/]
3.Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Een eerlijke kans op een gezond leven, 7 april 2021. [https://www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2021/4/7/een-eerlijke-kans-op-gezond-leven]
4.Peres MA, Macpherson LMD, Weyant RJ, et al. Oral diseases: a global public health challenge. Lancet, 2019;394:249-260.
5.Vermaire JH, Schuller AA. Sociaal-economische verschillen in mondgezondheidsuitkomsten van volwassenen in Nederland. Ned Tijdschr Tandheelkd 2019;126:297-303.
6.Schuller AA, Vermaire JH, Verrips GHW. Kies-voor-Tandenonderzoek 2017: cariëservaring bij 5-jarigen in Nederland. Ned Tijdschr Tandheelkd, 2019;126:399-407.
7.Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Rapport Gezondheid breed op de agenda. 29 februari 2020. [https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/documenten/rapporten/2020/02/29/gezondheid-breed-op-de-agenda]
8.Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Essay Gezondheidsverschillen voorbij, 3 oktober 2020. [https://adviezen.raadrvs.nl/gezondheidsverschillen-voorbij/]

Deze blog is een bewerking van de column, die verschenen is in het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiene nummer 7 (2021)

0